Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik ben [48]den zwakken geworden als een zwakke, opdat ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat ik immers [49]enigen behouden zou. 48. Namelijk Christenen, of gelovigen, die het fondament van het Christengeloof we aannamen, maar hetgeen de Christelijke vrijheid aangaat nog in alles niet wel konden begrijpen; Rom.14:1; Gal.6:2. 49. Hiermede verklaart hij hetgeen hij tevoren genaamd heeft winnen. Zie 1 Tim.4:16.